Beweging helpt bij vrijwel iedereen. Toch wordt hier in het onderwijs weinig rekening mee gehouden. Het beweeglijke en impulsieve ‘jongensgedrag’ wordt in de kiem gesmoord en ik zie in het onderwijs en in mijn praktijk dat dit veel problemen oplevert. Daarom wijd ik in Ut Mut Erút een hoofdstuk aan jongensgedrag, in de hoop dat je met de inzichten uit dit hoofdstuk veel problemen in de praktijk en tijdens je trainingen kunt doorzien en het hoofd kunt bieden. Beweging is zowel voor jongens als meisjes essentieel! Door het mannelijk hormoon testosteron is er voor jongens echter een extra belang. Ik geef een voorbeeld: onze zoon had een voetbalblessure en kon derhalve niet trainen en wedstrijden spelen. Door het gebrek aan activiteit werd hij nukkig en snibbig tegen zijn moeder. De opmerkingen en negativiteit waren niet van de lucht. Na een advies om eens wat anders te proberen, ging hij drie keer per week fitnessen. Hij kwam erachter dat beweging nodig was en dat hij zich dan beter zou voelen. En inderdaad: in de weken die volgden was hij een stuk minder chagrijnig dan voorheen. Veel leerkrachten en begeleiders, zowel in de kinderopvang, het basis- en voortgezet onderwijs als in vervolgstudies, zijn niet zo blij met jongens (gedrag). Ze worden vaak niet begrepen. Al heel vroeg in de basisschool moeten jongens in de kring zitten en luisteren, terwijl ze willen bewegen en niet stil kunnen zitten. Dus krijgen ze op hun donder. Hier begint de latente schoolhekel van jongens zich al te ontwikkelen.Hoe gaan we hier mee om?
ut mut erut